Wat wij geloven

Wij geloven dat de Bijbel Gods Woord is. Daarin lezen wij hoe God de hemel en de aarde en al het leven geschapen heeft. En alles wat God gemaakt had, zo lezen wij, was zeer goed.

Helaas bleef het niet goed omdat de mens ongehoorzaam was aan het gebod van God. Dat noemen wij zonde. De eerste mensen luisterden naar de tegenstander van God, de duivel, en overtraden het ‘proefgebod.’ Dit wordt ‘de zondeval’ genoemd.

De zonde had zeer grote gevolgen. Eén van de gevolgen was dat de mens sterven moest. Dat was de straf waar de Heere God van te voren voor gewaarschuwd had. Toen God deze straf bekendmaakte aan de eerste mensen gaf Hij tegelijk de belofte dat Zijn Zoon, Jezus Christus naar de wereld zou komen.

Het contact, zoals dat er was tussen God en de mens vóór de zondeval, was verbroken door de ongehoorzaamheid, de zonde. Jezus Christus is gekomen om plaatsvervangend te lijden en te sterven voor allen die oprecht in Hem geloven. Op die manier is het weer mogelijk dat het verbroken contact hersteld wordt. Dit is de reden waarom Jezus Christus de Zaligmaker van de wereld genoemd wordt. Daarom lezen we ook in de Bijbel: ‘Alzo lief heeft God de wereld gehad dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft opdat een iegelijk die in Hem gelooft, niet verderve maar het eeuwige leven hebbe’. (Johannes 3 vers 16)

Dat oprechte geloof wordt gewerkt door de Heilige Geest. Daarvoor gebruikt de Heilige Geest het Woord van God, de Bijbel. Het geloof, zo lezen we in de Bijbel, is uit het gehoor en het gehoor uit het Woord van God. (Romeinen 10 vers 17)

Wanneer dit geloof gewerkt wordt is dat genade. Dan worden we opnieuw geboren. De Bijbel noemt dit ‘wedergeboorte’. (Johannes 3 vers 3) Dit wil zeggen dat we geestelijk levend gemaakt worden. Dit nieuwe leven verlangt om naar Gods wil te leven. Dat zal op deze aarde nooit volmaakt kunnen. Wanneer een wedergeboren mens sterft, mag hij de hemel binnengaan. Dan zal hij God eeuwig mogen loven en prijzen op een volmaakte wijze.

Wij geloven ook dat alle mensen die gestorven zijn, eenmaal zullen opstaan. Een ieder zal dan geoordeeld worden door God, de Rechter van hemel en aarde. (Openbaring 20 vers 12)

De mens die niet wedergeboren is, zal verwezen worden naar de buitenste duisternis, de plaats die hel genoemd wordt, het verblijf van de duivel en zijn volgelingen. (Mattheüs 25 vers 41

Maar zij die Jezus als hun persoonlijke Zaligmaker hebben leren kennen, zullen door God opgenomen worden in Zijn heerlijkheid. Zij mogen ingaan in de hemel om voor eeuwig bij Hem te wonen. (Mattheüs 25 vers 34) Daar zal geen zonde, geen ziekte noch dood meer zijn. Een heerlijke toekomst wacht hen.